Welkom op deze website
De herdenking van de bevrijding door de Polen was terug heel waardig vooral door de aanwezigheid van Poolse burgers en militairen, maar ook van een groot aantal Roeselarenaars.
De foto's kan je bekijken via onderstaande link:
Ook de British Torch of Remembrance vertegenwoordigd door mevrouw Lieve Vandenberghe en de heer Willy Vanoutrive - Peter en Meter - leggen bloemen neer bij de mooie hulde op de Onze Lieve Vrouwmarkt . Herdenking bevrijding Roeselare wereldoorlog 2 door de Poolse Eerste Panserdivisie van Generaal Maczek (Dirk Lievens) Guido De Schepper met de vlag van de B.T.B.B. Britisch Torch of Remembrance Belgian Branch op de achtergrond. Zie foto hiernaast (even op klikken om te vergoten)
Door de Corona was het niet mogelijk in de eerste helft van het jaar activiteiten te organiseren en Algemene Vergadering te houden.
Op zondag 05 09 2021 hielden we onze eerste bijeenkomt in het Bourgondisch Kruis te Beveren.
Aan de 35 aanwezigen brachten we onze aanwezige leden op de hoogte van de komende activiteiten: Vooral de tentoonstelling van Plymobil in het weekend van 11-12 september, de daguitstap Ploegsteert op vrijag 1 oktober(kleurenfolder uitgedeeld) en de driedaagse kaarting op 19-20-21 november.
Op de kaarting ontvangen onze kaartersleden een gratis drankkaart van €10 en bij aankoop van een tafel een gratis tafel erbij, dit ter compensatie van de voorbije 8 maanden waar we niets konden organiseren.
We hopen dat het ergste nu voorbij is en dat we geen activiteiten meer moeten annuleren.
IN ONDERSTAANDE LINK VIND JE DE FOTO'S TERUG VAN DE ALGEMENE VERGADERING EN DE MAALTIJD OP HET TERRAS VAN DE MARKIEZE
Zaterdag 11 09 2021 en zondag 12 09 2021 was het voor de organisator Wim Vinckier, zoon van onze voorzitter BTBB Willem Vinckier een schot in de roos. Zo'n3367volwassenen en kinderen keken verwonderd naar de prachtige tentoonstelling.
FANTASTISCH
Bezoekers hadden de kans stukken te kopen of te verkopen.
Proficiat aan de vele medewerkers
Beste dank aan alle bezoekers voor hun aanwezigheid en steun.
Via onderstaande link kan je 35 foto's bezichtigen, genomen op zaterdag
1 filmpje van de tentoonstelling en 2 van de verkoopmarkt buiten.op zaterdag
Ook zondagnamddag een overdonderde bezoekerstoeloop.. Aanschuivende massa tot op straat.
Enkele foto's link hieronder:
Nog enkele mooie foto's door Dieter Bostyn gemaakt:
De weergoden waren ons zeker niet gezind maar toch maakten we het beste ervan.
Op de boot bleven we benedendeks genieten van een koffie ofwel iets sterkers voor deze die al klaar wakker waren.
Even inhouden met de boot totdat de Tervatebrug opgetokken was
Gelukkig bij het bezoek van de Dodengang hield de regen tijdelijk op.
's Middags konden we genieten van een broodmaaltijd op " U " tegen te zeggen.
We bedanken Carlos Vinckier (neef van Willem Vinckier) voor al dat heerlijks.
Een bezoek aan Bouwmaterialen Gemain Vinckier nv was zeker ook de moeite waard.
In Klerken bezochten we de VREDESMOLEN op het hoogste punt (43 m) van de gemeente.
De volgende stap was de MILITAIRE BEGAAFPLAATS van Houthulst waar iedereen met bewondering keek naar de mooie indeling van de zerken (enig in België).
We naderden ons einddoel PLOEGSTEERT, waar we naar jaarlijkse gewoonte op de eerste vrijdag van oktober aanwezig zijn op de herdenking. (uitgenomen tijdens de pandemie)
Vandaar reden we huiswaarts richten REO-veiling waar we ons te goed deden aan een warme maaltijd.
FOTO'S VIA ONDERSTAANDE LINKS
Foto's van Caroline Meseure:
Foto's Luc Vandevelde:
FILMS
1 Dodengang Diksmuide:
2 Broodmaaltijd Diksmuide
Foto's te bezichtigen via onderstaande link:
https://photos.app.goo.gl/KkgHAtB6SYiSnKeaA
Film Klaroenblazers:
https://photos.app.goo.gl/T5TeQmtsoSeFYPY36
Schuwe Maandag is een begrip dat verwijst naar een reeks vergeldingsacties door het Duitse leger op maandag 19 oktober 1914, bij het begin van de Eerste Wereldoorlog, tegenover de burgerbevolking van Roeselare en omstreken. De naam komt van het gewestelijk dialect waar schuw 'beangstigend' of 'bang' betekent. Schuwe Maandag werd vergeleken met de gebeurtenissen op 29 augustus 1914 na de Slag om Leuven Eerste contacten in de regio
Op 4 augustus 1914 viel het Duitse keizerlijk leger België binnen. Drie weken na de inval werden de eerste Duitse troepen rond de regio van Roeselare gespot. De eerste gedocumenteerde signalering in Roeselare was op 24 augustus 1914. Het waren vooral groepen ulanen. Ruiters met een lange mantel, hoge helmen en lans in de hand. Sommige verplaatsten zich ook per fiets (cyclisten). Ze werden vooruitgestuurd om te verkennen en te saboteren. Zij moesten een gemakkelijke en veilige doortocht bieden aan het Duitse leger. De burgers en deze Ulanen zochten weinig contact. Dit waarschuwde de bevolking in de regio wel voor het naderende Duitse leger.
Duitse angst voor de Belgische burgers
Het Belgische leger kon in augustus 1914 de overmacht van de Duitsers niet aan. Het was genoodzaakt zich te beperken tot verrassingsacties tegenover de Duitse vloedgolf. Dit zette kwaad bloed bij de Duitsers die de Belgen beschuldigden van laffe aanvallen. Vooral de burgers werden genoemd. De Duitse angst werd door de geallieerde kranten enkel versterkt. De Nieuwe Gazet stelt na gevechten bij Visé: "Er wordt uit huizen geschoten, knapen en vrouwen gooien stenen naar de Duitse soldaten en zelfs bejaarden vuren van achter de deuren op de oprukkende soldaten". De Engelse krant The Sphere drukt op 22 augustus een afbeelding af met als ondertitel: A woman who fired at some Uhlans near Brussels. De burgerbevolking krijgt de naam franc-tireurs.
De Belgische regering probeerde zich van dit imago te ontdoen door een jonge socioloog aan te stellen, Fernand van Langenhove. Van Langenhove schreef in Le Havre het stuk Comment naît un cycle de légendes: francs-tireurs et atrocités en Belgique. Dit stuk had slechts wisselend succes. Het werd in Duitsland volledig genegeerd en begin oktober 1914 weerlegd met het manifest An Die Kulturwelt!. Dit manifest, opgesteld door Ludwig Fulda, werd ondertekend door 92 van Duitslands meest prominente geleerden, schrijvers, denkers en kunstenaars.
Eerste confrontaties
Driehonderd man cyclisten en ruiters werden gespot op 11 september 1914 op weg naar Izegem. Ze werden beschoten door Belgische gendarmes. De Duitsers namen ze voor franc-tireurs, die vanuit een nabij klooster hadden gevuurd. De ulanen namen de paters kapucijnen mee en lieten ze vrij na hun doortocht in Roeselare. Zondag 13 september omsingelden Belgische soldaten van het 6de Regiment Vrijwilligers een groep Duitse ulanen in Zarren. Na een schietgevecht moeten de Duitsers zwaar gehavend vluchten.[4] Later op 9 oktober met de Duitsers naderend, werden in de regio rond Moorslede jonge mannen, waaronder Gustaaf Baele, door patrouilles uit hun huizen gehaald. Ze moesten in de buurt van Roeselare loopgraven graven voor de Duitsers. Wie weigerde werd bestraft. Toen Gustaaf weigerde verloor hij het topje van zijn rechter middenvinger en de top van zijn rechter ringvinger. Gustaafs verminking zou later dienen om een rapport te staven door de Belgische Staatscommissie voor onderzoek naar Duitse oorlogsmisdaden.
Het leger trekt zich terug
Na het verlies van de forten in Antwerpen op 10 oktober trekt een groot deel van het Belgische leger zich terug tot achter de IJzer. De Engelsen volgen snel vanuit Gent. Zij passeren Roeselare op 12 en 13 oktober. Roeselare was op dit punt aan zijn lot overgelaten.
Slechts een honderdtal Belgische soldaten en een burgerwacht bleven achter. Zij worden een week later wel nog bijgestaan door de Fransen en Engelsen.
Zondag 18 oktober
Negentig Duitsers van de 46ste Reservedivisie kwamen aan in Roeselare op zondag 18 oktober. Ze liepen door de lege straten van Roeselare. Ze trokken verder door naar Lichtervelde waar ze vanuit een hoeve onder vuur werden genomen door de Fransen. Na het vuurgevecht trok de gehavende groep onder leiding van Winckler-Krämer verder. Daar kwamen ze Engelsen tegen bij Buysses bos. Van de negentig Duitsers kwamen er nog dertig terug aan in Roeselare. Toen de geallieerden te weten kwamen dat er een nieuwe grote groep Duitsers naar Roeselare kwam, zond Frankrijk duizenden dragonders naar de stad. Er volgden nog vele gevechten rond Roeselare tussen de dragonders en de aanstormende Duitsers. De grootste gevechten vonden plaats op de strook Noordstraat-Grote Markt-Ooststraat en op het kruispunt tussen Ooststraat en Keizerstraat.
De Franse dragonders begonnen zich beetje bij beetje terug te trekken naar de IJzer. Bij dit manoeuvre lieten ze telkens enkele scherpschutters achter die op de aanstormende Duitsers moesten schieten. Telkens wanneer de Duitsers te dicht kwamen, trokken de Fransen via seingevers achteruit. Ze lieten hierbij de niet-gevluchte bevolking achter. Aangezien de Duitsers de vijand dikwijls niet zagen en de verhalen die ze gehoord hadden in de korte opleiding (dit reservistenleger kreeg een opleiding van acht weken), waren zij er vaak van overtuigd dat het ging om acties van de burgerbevolking.[5]
Foto's te bezichtigen via onderstaande link:
Film Klaroenblazers:
19 oktober 1914
Gevechten liepen verder doorheen de voormiddag. Nieuwe Duitse troepen bleven aankomen, onder vuur genomen door Fransen. De Duitsers reageerden zich nu af op de burgers. In de volledige regio rond Roeselare werden her en der vergeldingsacties uitgevoerd. Wat volgt zijn de belangrijkste opgesteld per stad of gemeente.
Beveren
De 46ste Reservedivisie onder generaal Hahn rukte via Ardooie-dorp naar Beveren op. Bij herberg De Gapaard troffen ze een man aan uit Zwevezele. Die man kwam net terug uit de Verenigde Staten en had een Amerikaans paspoort op zak. Hij werd gedood in de boomgaard naast de herberg.
De Duitsers reden verder en kwamen aan de spoorweg een Franse cavaleriedivisie tegen. De Duitsers achtergebleven in de dorpskom namen dit vuurgevecht aan als een franc-tireur-actie. Ze doorzochten daarna de huizen. Zes mannen uit herberg 'De Trompette' werden tegen de muur gezet. Een onderofficier belette de executie. De Duitsers doodden wel Victor Manhaeve, een spoorwegarbeider, die gebabbeld had met de Fransen. De Duitsers sloten de Beverse pastoor op in de kerk nadat ze vermoedden dat er vanuit de toren geschoten was. Hij bleef uren zitten.
Rumbeke
In Rumbeke nestelden zich op 19 oktober enkele Fransen rond en op de kerktoren. Wanneer RIR 233 vanuit Kachtem Rumbeke betrad, werden ze beschoten. De Fransen trokken weg wanneer ook een deel van RIR 235 in Rumbeke aankwam. De Duitsers doorzochten de huizen. Er werden zestig huizen platgebrand en er vielen dertien burgerslachtoffers. De Duitsers gebruikten ook een deel van de bevolking als levend schild voor hun tocht naar Roeselare.
Kachtem
Op 19 oktober 1914 rond 8 uur werd Kachtem bezet door RIR 233 en RIR 234. Ze waren op weg naar Roeselare. Ze meenden beschoten te zijn vanuit de kerktoren. De pastoor werd met de dood bedreigd, maar een hoge officier kon dit beletten. Vanuit de toren zagen de Duitse troepen een bijeenscholing van enkele Kachtemnaars bij een boer met cichoreias. De mannen werden beticht van het schieten op Duitsers. Het huis werd afgebrand en de mannen moesten op een rij plaatsnemen. Zes konden de executie net ontkomen; drie werden gedood.
Roeselare
Jules Delforce, geëxecuteerd op de wei van boer Oost
Gijzelaarsgroep
Een groep Duitsers trok vanuit Beveren de Izegemsestraat in richting Roeselare. Op hun weg werden ze beschoten. Drie Ulanen gingen op de geweerschoten af. Ze vonden enkele Duitse infanteristen die hen wezen naar de Lusthoeve. Pieter (vader) en Cyriel (oudste zoon) werden uit hun hoeve gehaald en als gijzelaar meegenomen naar Roeselare. Ze werden gevoegd bij een rij gijzelaars die uit nabijgelegen dorpen kwamen. De groep, twee aan twee gebonden, liep verder. Bestemming was de Spanjemolen.
De groep stopte nog voor de huizen van Dejonghe, Callewaert en Craeymeersch. Er werden sporen van beschieting gevonden. Enkel Craeymeersch werd gevat. Hij werd gefolterd, bij de groep geplaatst en zijn huis werd afgebrand. Hij werd vastgebonden aan Jules Delforce, een 47-jarige fabrieksarbeider.
De groep met ongeveer dertig gijzelaars werd de molenwal opgeduwd. Recht in de vuurlinie tussen Fransen en Duitsers. Rond half vier werden de gijzelaars terug meegenomen. De groep werd aangedikt met een twintigtal andere gijzelaars en vertrok naar de wei van boer Oost. Vier van hen zijn daar geëxecuteerd. De anderen werden naar de Grote Markt geleid.
Gevecht achter de brouwerij
Omstreeks 10u30 begon een gevecht bij brouwerij Rodenbach. Dragonders lagen in hinderlaag te wachten op de Duitse invallers. Eens dicht genoeg openden ze het vuur. De partijen konden elkaar amper zien door de hagen rond de binnenplaats. Enkele burgers raakten vast in het gevecht. Een vrouw werd getroffen door twee kogels en overleed ter plaatse. Een andere vrouw kreeg een kogel door het hoofd. Bij het zoeken naar een uitweg botsten enkele Duitsers op een timmerman. Hij werd ter plaatse doodgeschoten. Er stierven minstens dertien Duitsers bij de aanval. Allen in de rug of nek geschoten.
Na een krijgsraad van korpscommandant Von Hügel, divisiecommandant Von Dankenschweil en hun staf werd beslist dat burgers de schuldigen waren van de aanval. Eerste bestraffing was het platbranden van alle huizen rondom. Beginnende met Derdeyns Reke en huizen tussen de Reke en Bruanestraat-Koornstraat. Daarnaast werden ook alle huizen vlakbij de Onze-Lieve-Vrouwekerk platgebrand.
Tweede bestraffing was het gevangennemen van burgers rondom de brouwerij en de Onze-Lieve-Vrouwekerk. Zij mochten worden geëxecuteerd.
Derde bestraffing was het bijeendrijven van de overige stadsbevolking naar de Grote Markt en zoeken naar wapens. Bij een burger werd een mes gevonden. Hij werd uit de rij geduwd en neergeschoten. Bij de doortocht langs de Bruanestraat en de Mandellaan stierven er nog eens vijf mensen en werden er huizen in brand gestoken.
Metskens Hof
Metskens hof, beter gekend als Hof t'Iseghem werd bezet door een Franse schutter. Hij hield de Duitsers van RIR 233 af die via Rumbeke Kasteel uit het zuiden kwamen. Toen de Duitsers het hof in handen kregen werden de zes inwonenden, waaronder twee vrouwen geboeid naar buiten gebracht. Van de vier mannen werden er drie beschuldigd van het vuren op de Duitsers. Ze werden neergeschoten. Alle drie de mannen overleefden ondanks schoten in de borst.
Executie op het Muizelke
Als vergeldingsactie voor een schietpartij bij Vermanders hof werden dertien mannen uit hun huizen gehaald en voortgedreven via de Vierwegstraat in de Populierstraat. Vijf van hen werden geëxecuteerd op Vermanders hof tussen een grote groep Duitse soldaten.
Brandstichting huis Arthur Delbeke
Een deel van de Duitse soldaten die patrouilleerden tussen de Grote Markt en het station kwamen terecht op het Sint-Amandsplein. Officiële naam is het De Coninckplein. Het plein was reeds vernield door bombardementen. Het huis tegenover de kerk was het huis van Arthur Delbeke, een indrukwekkend herenhuis. De Duitsers meenden dat ze vanuit de zolder beschoten waren en legden het huis in as.
Andere
Er waren verder nog slachtoffers in Ledegem, Staden, Handzame, Zarren, Beerst, Vladslo, Esen, Gits en Hooglede.
Cijfers
Burgerslachtoffers
Cijfers over het dodental voor Schuwe Maandag liggen sterk uiteen bron per bron. Het minimum is 161 volgens een lijst opgesteld door Horne en Kramer op basis van de Belgische Onderzoekscommissie
Per gemeente/stad:
Deze lijst bevat geen gegevens over Rumbeke, Beveren, Kachtem, Gits, Hooglede.
Allerheiligen (Sollemnitas Omnium Sanctorum in het Latijn) is een christelijk feest ter nagedachtenis aan alle heiligen en martelaren. Het is een jaarlijkse feestdag, die door Rooms-katholieken en anglicanen op 1 november gevierd wordt. In de Rooms-Katholieke Kerk is het een hoogfeest. In de Oosters-Orthodoxe Kerk wordt Allerheiligen gevierd op de eerste zondag na Pinksteren, mogelijk in navolging van Lemuria, dat op 13 mei valt Foto's van Dieter Bostyn te bezichtigen via onderstaande link:
De dag na Allerheiligen wordt Allerzielen gevierd. Het is aannemelijk dat men tijdens de kerstening van Europa het feest van Allerheiligen is gaan vieren rond de periode van een oorspronkelijk heidens feest Samhain dat ter nagedachtenis van de doden werd gehouden. In 837 riep paus Gregorius IV 1 november uit als de katholieke gedenkdag.
Allerheiligen is een nationale feestdag in vele landen, waaronder Andorra, België, Frankrijk, Hongarije, Italië, Kroatië, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Monaco, Oostenrijk, Polen, Portugal, San Marino, Slowakije, Slovenië, Spanje en delen van Duitsland en Zwitserland. In Zweden en Finland wordt Allerheiligen gevierd op de zaterdag tussen 31 oktober en 6 november.
Ieder jaar rond 9 november maken bestuursleden en enkele leden van de BTOR gedurende een week hun "PILGRIMAGE" vanuit de UK door het noorden van Frankrijk naar ons land waar ze in Roeselare, Oostende, Bredene en Brussel deelnemen aan de plaatselijke herdenking. Op 10 november zouden ze op de Oude Stedelijke Begraafplaats ook deelnemen aan de herdenking van hun Engelse gesneuvelden. Maar... Covid en de Brexit staken daar een stokje voor.
Dank aan het groot aantal aanwezigen, maar vooral aan de jeugd die zo talrijk en ingetogen aan de herdenking op de Oude Stedelijke begraafplaats deel nam.
Foto's ( DIETER BOSTYN ) te bezichtigen op onderstaande links:
HERDENKING:
RECEPTIE:
DINER:
Uitleg Pilgrimage
De Koninklijke Militaire School van de hertog van York is al tien jaar verbonden aan de Britse Fakkel van de Herdenking.
Graf van de onbekende strijder
Elk jaar in november vormen geselecteerde leerlingen in ceremonieel uniform een erewacht bij het graf van de onbekende krijger, terwijl een dienst ter herdenking van de fakkel wordt geleid door de decaan van Westminster. Bugelblazers spelen de Last Post en Reveille.
Dover Marine Station
De volgende dag spelen de ouderejaarsstudenten ook een belangrijke rol in de herdenkingsdienst in het scheepvaartstation van Dover (Western Dock) wanneer de Britse pelgrimstocht met de fakkel zich klaarmaakt voor vertrek naar België.
De bedevaart
De pelgrimstocht duurt enkele dagen begin november en de belangrijkste evenementen en plechtigheden vinden plaats in Oostende, Brussel en bij de Menenpoort in Ieper. Andere historische plaatsen zijn Bredene en Roeselare. De pelgrims komen uit heel Groot-Brittannië, uit alle drie de diensten en uit geen enkele dienst.
Lidmaatschap
De officieren van de Britse Fakkel van de Herdenking nodigen u van harte uit om lid te worden. Een militaire achtergrond is niet noodzakelijk om lid te worden, maar we zijn altijd geïnteresseerd om te weten of er dergelijke banden bestaan. Om een aanvraagformulier voor lidmaatschap te downloaden, klik hier.
Covid-19
Als gevolg van de beperkingen die door de pandemie zijn opgelegd, is de 56e bedevaart die van 9 tot 14 november 2020 zou plaatsvinden, geannuleerd. Als de plaatselijke beperkingen het toelaten, wordt de leden gevraagd een klaprozenkruis of krans te leggen op een oorlogsgraf van het Gemenebest bij hen in de buurt en een foto te sturen naar de secretaris via andrew.nunn@doyrms.com.
Een korte geschiedenis
De geschiedenis van de Britse Fakkel van de Herdenking dateert van 1965, maar het idee van een fakkel als symbool van de herdenking van de gevallen kameraden van de Eerste Wereldoorlog ontstond in België in 1926. Geïnspireerd door een idee van de Belgische Federatie van Oud-strijders (FNC), verzamelden zich jaarlijks op 11 november afgevaardigden met fakkels uit de negen provincies van België bij het nationale monument voor de onbekende strijder in Brussel, de Congreskolonie. Daar werden de fakkels, na hun eerbetoon, voor dat jaar gedoofd. De populariteit van deze symbolische daad verspreidde zich snel over heel België, zodat honderden plaatselijke fakkels naar de belangrijkste provinciesteden werden gedragen en hun geest werd overgedragen aan de provinciefakkel.
Na het einde van de Tweede Wereldoorlog besloot een groep Belgische officieren in Londen om de permanente vlam in de Congreskolonie, die tijdens de oorlog door de Duitsers was gedoofd, opnieuw te doen ontbranden. Hun fakkel werd aangestoken bij het graf van de onbekende strijder in de abdij van Westminster en naar Brussel vervoerd om de permanente vlam opnieuw aan te wakkeren.
In de loop der jaren sloten fakkels uit landen als Frankrijk, Brazilië, de VS en Nederland, waar Belgische ex-militairen zich hadden gevestigd, zich bij de pelgrimstocht aan en in 1965 maakte voor het eerst een Britse fakkel de reis naar Brussel. De beschermers waren een groep "Old Contemptibles", kameraden van het oude Belgische Vijfde Leger. Sindsdien heeft het simpele verstrijken van de tijd ertoe geleid dat de Britse fakkel nu de enige is die de Anglo-Belgische gemeenschap vertegenwoordigt. De leden zijn er trots op geassocieerd te zijn met een organisatie met een dergelijke historische, diplomatieke, religieuze en militaire herkomst.
Verder uit de HLN
Boven alle verwachtingen in waren vrijdag 19 november de tafels op de kaarting overbezet.
Dank aan alle aanwezigen.
Een blik op de foto's is er het bewijs van.
Zie link hieronde